Een paar gewone Zürichse dagen gingen voorbij. Er werd hardgelopen, geborreld,
gesport en genoten van het wispelturige zonnetje.
En toen op woensdag was het zover. Mijn eerste poging tot een Zürichse baan.
Met de spanning in de benen begaf ik mij al vroeg richting Bellevue alwaar ik
op zoek ging naar een trein die een tram bleek te zijn en zo uiteindelijk toch
ruim op tijd in Zumikon aan belandde, het kanton waar Jopie Haerry woonachtig
was. Op mijn gemak volgde ik haar aanwijzingen en wandelde zonder problemen
naar haar grote, mooie appartement aan het einde van een landweg. Ik bevond me
in een prachtig, rustiek stukje Zürich met wijde heiden en verre uitzichten,
die Jopie bofte maar.
Jopie ontving me vriendelijk met een waterval aan woorden. Terwijl zij vanuit
de keuken koffie en thee voor ons maakte en rustig verder keuvelde nam ik
plaats op het terras van waar ik een uniek uitzicht had op de eeuwige sneeuw op
de bergtoppen in de verte. Het gesprek begon ontspannen al zippend aan ons
kopje en al knabbelend aan haar Italiaanse koekjes. Zonder begin en einde
vertelde ze me anekdote na anekdote die ongetwijfeld allemaal onderdeel waren
van haar Memoires in opkomst. Geïnteresseerd en geduldig luisterde ik, hopend
dat ze gestructureerder schreef dan dat ze vertelde. Toen het ijs gebroken was
werd het tijd om het zakelijke deel van ons gesprek te voeren. Zonder pardon
nam Jopie hiertoe het initiatief en vroeg mij recht voor mijn raap: “Wat
verlang je van me? Hoe duur ben je?” Vanzelfsprekend was ik voorbereid op deze
vraag en onderbouwde rustig mijn uurtarief waar ze verrassend snel mee akkoord
ging: “Ja, dat doe ik geloof ik wel.”
Als enthousiaste ‘lector’ stond ik natuurlijk te springen om de eerste pagina’s van haar manuscript mee naar huis te nemen, maar zo snel ging dat helaas niet. Haar computer was bij de reparateur dus ze kon op dit moment nergens bij. Ik maakte een nieuwe afspraak met haar voor vrijdag een week later en vroeg haar voor die tijd aan mij enkele pagina’s te mailen zodat ik haar dan een indruk kon geven van mijn manier van werken. Terwijl ik concrete afspraken met haar probeerde te maken stemde ze mompelend in en riep vrolijk dat ze volgende week Nasi Goreng voor me zou maken. Met gemengde gevoelens liep ik de deur uit. In feite waren de belangrijkste dingen zo goed als rond, maar toch vroeg ik me af hoe er ooit een vlotte samenwerking zou ontstaan met deze vriendelijke, fantasievolle maar doch ook oude en ietwat warrige vrouw. Voor nu moest ik echter blij zijn, blij met de eerste gezette stappen en hopen op een soepel vervolg.
Iedere reden aangrijpend voor gezelligheid besloten Daaf en ik de dagen erna een feestje te bouwen om de toekomst van deze lector-in-spe te vieren. Er werd met collega’s geborreld op het industrieterrein bij het ludieke Frau Gerolds Garten, er werd een matige dansvoorstelling bezocht en vegetarisch gegeten, er werden cakejes gesnoept bij CakeFriends en er werd een kroegentocht gehouden met Aperol Spitz als vaste factor.
Als enthousiaste ‘lector’ stond ik natuurlijk te springen om de eerste pagina’s van haar manuscript mee naar huis te nemen, maar zo snel ging dat helaas niet. Haar computer was bij de reparateur dus ze kon op dit moment nergens bij. Ik maakte een nieuwe afspraak met haar voor vrijdag een week later en vroeg haar voor die tijd aan mij enkele pagina’s te mailen zodat ik haar dan een indruk kon geven van mijn manier van werken. Terwijl ik concrete afspraken met haar probeerde te maken stemde ze mompelend in en riep vrolijk dat ze volgende week Nasi Goreng voor me zou maken. Met gemengde gevoelens liep ik de deur uit. In feite waren de belangrijkste dingen zo goed als rond, maar toch vroeg ik me af hoe er ooit een vlotte samenwerking zou ontstaan met deze vriendelijke, fantasievolle maar doch ook oude en ietwat warrige vrouw. Voor nu moest ik echter blij zijn, blij met de eerste gezette stappen en hopen op een soepel vervolg.
Iedere reden aangrijpend voor gezelligheid besloten Daaf en ik de dagen erna een feestje te bouwen om de toekomst van deze lector-in-spe te vieren. Er werd met collega’s geborreld op het industrieterrein bij het ludieke Frau Gerolds Garten, er werd een matige dansvoorstelling bezocht en vegetarisch gegeten, er werden cakejes gesnoept bij CakeFriends en er werd een kroegentocht gehouden met Aperol Spitz als vaste factor.
En toen sloeg het weer om, letterlijk en figuurlijk. Op vrijdagnacht ontving ik
een lange chaotische email van Jopie waarin ze me met veel woorden duidelijk
maakte dat ze van onze samenwerking af zag. Haar dochters hadden haar ervan
overtuigd dat ‘zwart’ betalen in Zwitserland beslist geen optie was, haar
vriendinnen hadden haar wijs gemaakt dat haar teksten geweldig waren en geen
verbetering behoefde en zelf had ze bedacht dat ze eigenlijk het geld niet had
om een boek te laten uitgeven. Een nogal onverwacht en koud bericht op de
vroege zaterdagmorgen. Ik schudde het van me af en besloot door te gaan
met de dagelijkse gang van zaken, Daaf en ik hadden namelijk een plan en dat
zou gerealiseerd gaan worden: een fietstocht rond het meer tot aan Rapperswil.
Alles was gereed: het weerbericht voorspelde een droge dag, de picknick was vers gehaald en de
fietsen stonden klaar. Lachend en met frisse moed begonnen we aan wat een
gezellige en sportieve dag had moeten worden. Na dertig minuten fietsten we in de stromende regen en hadden het meer welgeteld vijfhonderd meter
mogen aanschouwen. We fietsten langs een smalle tweebaansweg waar de auto’s
langs ons raasden en ons zo mogelijk nog natter maakten.
Na een uur hielden we krijgsberaad. De route was tot nu toe volledig
oninteressant en het weer was verschrikkelijk. Onze handen waren gevoelloos van
de kou en onze broeken plakten aan onze benen. Op dat moment zag ik de zon oplichten achter een van de vele grijze wolken en besloot dat als een
teken te interpreteren: we fietsten door!
Nog een half uur later was het flauwe zonnetje al lang weer weg, de route was
nog steeds even saai en de regen onophoudelijk. Toen we langs een treinstation
fietsten besloten we unaniem te capituleren, dit ging zo niet langer. We
gaven op, gooiden het bijltje erbij neer en kochten treinkaartjes terug naar
Zürich. Rapperswil hadden we niet gehaald.
Terug thuis bibberden we in bedje tot we weer warm waren en bedachten een plan
B. We zouden ons vandaag niet laten kisten. In strijd met ons budget wandelden
we voor de tweede keer die dag door de stromende regen naar de Spa waar we de akelige fietstocht vergaten omhuld door wolken stoom en grote bubbels. Bovenop
het dak van de Spa bevond zich een groot bad van waar we uitzicht hadden over
Zürich en haar mooie Zurichsee. Met onze neus in de frisse wind poedelden we in
het warme water en genoten van het uitzicht, dit was het beste vervolg van onze
dag denkbaar.
Op maandag kickte de realiteit weer in: vier maanden Zurich, een maand om, twee
vrijwilligersbaantjes en geen werk. Geen al te beste score, er moest actie
ondernomen worden. Nood maakte creatief, dat ontdekte ik al snel, want al mijmerend over mijn
bestaan in Zurich en mijn teloorgegane schrijftaak vroeg ik mij af waarom ik
mezelf niet aan een breder publiek als schrijfhulp zou aanbieden. En daar was
het, mijn ‘business-plan’: Isabel Schrijft (NB. graag allemaal promoten aub!).
Zoals het mij betaamt had ik het een dag later wereldkundig gemaakt: Facebook,
LinkedIn en al mijn vrienden waren op de hoogte, en nu maar hopen dat het zich
als een brandend vuurtje zou verspreiden. Mijn hoop was niet al te hoog
gespannen, maar ik was natuurlijk wel nieuwsgierig wat dit impulsieve idee me
op zou leveren… Wie niet waagt wie niet wint!
Alsof Jopie het geroken had werd ik verrast door een derde email. Ze had alles nog eens goed doorgedacht en met haar dochters besproken en ze wilde het nu toch door laten gaan. Ik zou haar ‘lector’ worden en haar Memoires corrigeren. Ik vroeg me af waar al haar eerdere zo gewichtig geformuleerde bezwaren gebleven waren, maar realiseerde me ook dat ik op dit moment weinig opties had, dus besloot er voorzichtig mee akkoord te gaan. Ik voelde me een beetje haar speelbal in afwachting van een nieuwe verandering van gedachte, maar het was en bleef een unieke schrijfklus die ik dolgraag aan mijn Zurich ervaringen wilde bijschrijven.
Zo eindigde deze derde fase in Zürich op de welbekende wijze samen met Daaf met een alcoholische versnapering: een grote kan ‘Hugo’, een lokale specialiteit gevuld met prosecco, alpensiroop en verse muntblaadjes.
Alsof Jopie het geroken had werd ik verrast door een derde email. Ze had alles nog eens goed doorgedacht en met haar dochters besproken en ze wilde het nu toch door laten gaan. Ik zou haar ‘lector’ worden en haar Memoires corrigeren. Ik vroeg me af waar al haar eerdere zo gewichtig geformuleerde bezwaren gebleven waren, maar realiseerde me ook dat ik op dit moment weinig opties had, dus besloot er voorzichtig mee akkoord te gaan. Ik voelde me een beetje haar speelbal in afwachting van een nieuwe verandering van gedachte, maar het was en bleef een unieke schrijfklus die ik dolgraag aan mijn Zurich ervaringen wilde bijschrijven.
Zo eindigde deze derde fase in Zürich op de welbekende wijze samen met Daaf met een alcoholische versnapering: een grote kan ‘Hugo’, een lokale specialiteit gevuld met prosecco, alpensiroop en verse muntblaadjes.
Een heerlijk drankje en bovenal verrukkelijk in het zonnetje dat vandaag weer
was teruggekeerd. Ik bad dat het een voorbode zou zijn voor de opkomst van mijn
werkende bestaan in Zürich. Isabel Schrijft en Jopie Haerry, kom maar op!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten