vrijdag 7 juni 2013

Zürich, een tweede thuis

Na een fijn vertrouwd weekendje thuis in Amsterdam en Bloemendaal voelde ik het. Het vliegtuig landde geruisloos op de gladde landingsbaan in het groene Zürich en als vanzelfsprekend wandelde ik over het vliegveld naar de trein en reisde af naar ons Hauptbahnhof. Zo stond ik binnen een uur weer naast de mooie heldere Limmat en snoof de berglucht op. In zes weken was Zürich een tweede thuis geworden. Langzaam, met kleine stapjes, was ik het degelijke, rustige en georganiseerde klimaat gaan waarderen, de schone lucht, de kalmte, de ontspannen gereserveerdheid van de mensen. Het was niet perse kilte, zoals ik het aanvankelijk had opgevat, het was ook een bepaald respect voor elkaars privéruimte en niet de behoefte om daarmee te interveniëren.
In de spaarzaam uurtjes die ik in het excentrieke Amsterdam had doorgebracht had ik de gekte, het lef en de onvoorspelbaarheid van de stad gekoesterd, maar tegelijk had ik een stukje chaos en onrust ervaren zoals ik dat nog nooit eerder had opgemerkt. Amsterdam bleef Amsterdam, de stad naar mijn hart, maar op dit moment gaf Zürich me ook een stukje ruimte in mijn hoofd dat eigenlijk alleen maar goed kon zijn. Stiekem genoot ik van mijn saaie wekelijkse ritme dat voornamelijk bestond uit het plannen van mijn sportschema, sportklasjes volgen, leuke gerechten bedenken, boodschappen lijstjes maken, boodschappen doen, ‘Isabel Schrijft’ promoten met vrolijke kreten op Facebook en LinkedIn en voor zover ik die had mijn schrijf- en werkklussen voltooien.
Natuurlijk realiseerde ik me zo nu en dan met gemengde gevoelens dat ik tussen 08.30 en 18.00, wanneer Daaf de deur uit was, soms geen woord sprak, en wanneer het regende geen stap buiten de deur zette behalve voor het sporten, en eigenlijk een niet-bestaand sociaal leven erop na hield met Daaf, Daaf en Daaf en verder niemand kende, maar dat was de keerzijde van een toch wel bijzondere medaille. 




Dankzij het intensieve sporten zat ik in ieder geval lekker in mijn vel en kon ik de gerechten die ik zo enthousiast aan het verzinnen was met behulp van mijn nieuwe grote vriend Yotam Ottolenghi ook daadwerkelijk helemaal opeten. Ik beleefde groot plezier aan mijn donderdagse prik: de Super Kondi Body Attack, een intensievere variant van de meerdagelijkse Konditioneringstraining. Dit was een absolute belevenis. Al drie weken lang stond ik iedere donderdag om 12.15 met ongeveer honderd Zurinaren in een grote gymzaal twee instructeurs te volgen die ons een uur lang het leven bitterzuur maakten, maar toch in staat waren de sfeer erin te houden met een wonderbaarlijk groepsproces dat diep geworteld zat. De ongeschreven afspraken waren meer dan helder: als er geklapt moest worden klapte je HARD, als er gejuicht moest worden juichte je LUID en als je het zwaar had gaf je een BRUL. Je kan je misschien enigszins voorstellen wat dat oplevert als je met honderd man in een zaal bezig bent met opdrukoefeningen, hoge kniesprongen en dubbele buikspieren. Ik zei het al: een belevenis en een schitterende work-out. Evenals het oprennen van de Zürichse Dolderberg, aanvankelijk geen pretje maar inmiddels een heerlijke training van een mooi uur met een ongekend uitzicht aan de rechterzijde en een fijne wandeling door rijke buurtjes terug naar beneden. Het liefst met Daaf, maar zelfs zonder.



Ondertussen was ik ook helemaal thuis op De Oranje Koe. Ik was er inmiddels drie keer geweest en ik was niet meer weg te denken uit groep 3, 4 en 5. Juf Isabel nam spellings- en citotoetsen af, behandelde het Taaljournaal, legde het zogeheten MMKM-woord uit (medeklinker-medeklinker-klinker-medeklinker: z-w-aa-n), deed taalspelletjes en las educatieve verhaaltjes voor. Bij binnenkomst kreeg ik van meester Jaap en juf Esther een lesplan onder mijn neus gedrukt, waarna ik inmiddels zonder verdere uitleg begreep wat ik moest doen en mijn deel van de klas onder mijn hoede nam. Het kostte wat reistijd maar ik genoot van het werk en het contact met de kinderen. Het was toch bijzonder om zonder enige aarzeling als juf Isabel aangesproken te worden en verantwoordelijk te zijn voor het leerproces van al die onschuldige openhartige kinderen. Een hele nieuwe ervaring.





Mijn tijd op de universiteit zat er na zes weken zo goed als op. Ik had zelfs al afscheid moeten nemen van Marja die eind mei na afloop van het studiejaar teruggegaan was naar Nederland voor drie maanden vakantie en hoog nodige quality time met haar vriend. Meermaals had ik haar bedankt voor haar ongelofelijke inzet voor mij in Zürich. Al vanaf februari, toen ik nog in Namibië zat, was ze mijn vraagbaak geweest aan wie ik alles kwijt kon en vanaf de allereerste week van mijn verblijf hier had ze mij van werk en continuïteit voorzien. Zij had mij door middel van het discussieklasje in contact gebracht met drie super leuke studenten die ik nu tot mijn top-kennissen van Zürich rekende. Om die reden hadden we samen bedacht om het laatste discussieklasje in te vullen met een echte Hollandse borrel. De stroopwafels had ik na mijn bezoek aan Nederland meegesmokkeld door de douane, dus het begin was er. Nu nog hopen dat het zonnetje zou schijnen…

Met het sporten, boodschappen doen en mijn vrijwilligersbaantjes kon ik mijn week natuurlijk nooit vullen dus er was, tegen wil en dank, ook veel vrije tijd. Het was zaak om deze tijd slim te gebruiken en om te zetten in positieve energie voor goede dingen. De ene dag lukte dat beter dan de andere. Op slechte dagen zat ik de hele dag afwisselend ongedoucht in mijn pyjama dan wel sportkleren aangezien ik toch niemand zou tegenkomen, op goede dagen was ik actief bezig voor ‘Isabel Schrijft’ en liep alles opeens op rolletjes: kwamen er weer opdrachten binnen en lachten de kansjes me toe. Zo had ik inmiddels toch al gezorgd voor de teksten van mama’s Netwerk-partners website, had ik een knallende motivatiebrief geschreven voor de studiebeurs van een student van de Erasmus Universiteit van Rotterdam en had ik de bachelorscriptie van een UvA-student gecorrigeerd. De eerste drie facturen waren de deur uit, het liep nog geen storm maar er gebeurde wel wat! Daarnaast lagen er nog andere opdrachten in het verschiet: een folder en brochure voor Netwerk-partners, de website-teksten van een activiteitenbedrijf en updates verzorgen op Facebook en LinkedIn. Ik werd gezien en dat vond ik al lang ongelofelijk mooi en spannend. 


De overige vrije tijd hield ik me bezig met filosoferen over andere mogelijkheden om mij als freelance tekstschrijver te ontplooien, zoals een eigen dagelijkse blog over een mogelijke expertise van mij zoals mijn vegetarisme of een reisartikel in het nieuwe F.A.L.L. Magazine. Op de dagen dat het lukte om me hier, regelmatig samen met Daaf, in te verdiepen was de inspiratie soms bodemloos en leken de mogelijkheden oneindig. Op de moeilijke momenten probeerde ik mezelf voor te houden dat ik niet snel meer een kans zou krijgen om zoveel tijd te besteden aan mezelf en mijn eigen ontwikkeling, en ik realiseerde me goed dat dat maar al te waar was. Verder moet gezegd worden dat Daaf hierbij elke dag opnieuw ongelofelijk lief en behulpzaam is. Op momenten dat ik het allemaal niet zie zitten is hij er om over m’n bol te aaien en niet te mopperen over mijn ontevredenheid en op de momenten dat ik blij ben met mijn bezigheden en de inspiratie te pakken heb denkt hij mee, oppert ontelbaar meer goede ideeën dan ik zelf ooit heb kunnen bedenken en luistert geduldig naar alles wat ik te kwebbelen heb.



Los van al deze serieuze dingen vullen we onze avonden en weekenden natuurlijk ook nog met de nodige dosis gezelligheid. De maandelijkse werkborrel van David was weer uitgelopen op een heerlijke prosecco-zuippartij uitlopend in een etentje met Nederlandse collega Freek.


Aansluitend aan deze vrolijke avond kwamen Nicoline, Watse en zijn moeder ons bezoeken in het weekend dat het onophoudelijk regende in ons Zwitserse stadje. Aangezien buiten zijn alles behalve wenselijk was werd dit ook weer een super gezellig weekend vol lekkere hapjes, drankjes en flessen wijn waarbij we de Zürichse prijzen soms onbewust bewust even vergaten.









Van de memorabele Jopie tot slot had ik niets meer vernomen sinds ik haar drie weken geleden voor de tweede keer bezocht had en Nasi Goreng bij haar had gegeten. Dit was een leuke afspraak geweest waarbij ik geduldig de oorlogsverhalen van haar en haar vriendin had aangehoord wachtend tot Jopie het zakelijke gedeelte aan zou boren. Zoals te verwachten viel kwam dit niet, al wist ik haar wel te ontfutselen dat ze me vanaf 15 juni nodig zou hebben. In het bijzondere geval van Jopie Haerry zou het mij niets verbazen als uitstel afstel betekende, maar de datum was nog niet geweest dus ik wachtte haar teken van leven rustig af en genoot ondertussen stiekem best een beetje van deze radiostilte. Tot nu toe had ze me meer energie gekost dan opgeleverd en langzaam kwam ik op een punt in mijn Zürichse leven dat ik haar niet meer nodig had. En eerlijk is eerlijk, vier weken geleden zou ik dat nooit gezegd hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten