maandag 12 augustus 2013

Onze laatste dagen in Zürich


Mijn vorige blog schreef ik half juli, de dag voordat we op vakantie naar het Como meer zouden gaan. En ondanks dat ik vandaag, op 12 augustus, pas vertrek zijn de dagen in Zürich deze maand op twee handen te tellen geweest.

Het begon allemaal met de aankomst van Stijn en Sunny wat het startsignaal was van het begin van onze lange vakantie. Met z’n vieren buitten we de oneindige culinaire mogelijkheden van Zürich nog eenmaal uit. Opeenvolgend genoten we van de Argentijnse Weinkontor, de Movenpick weinbar, Club Amber, lief Schipfe en de romantische Fischstube. Tussendoor zwommen we in het meer en laafden ons aan het idee dat de vakantie was begonnen.
                  





                          
Vol van het stadse leven met al haar geneugten stapten we in de auto om Zürich achter ons te laten en te verruilen voor een klein ongecultiveerd dorpje aan het Como meer. Het was een bijzondere gewaarwording om Zürich uit te rijden en ons een uur later midden in de bergen van noord Italië te bevinden. De uitzichten waren verbluffend en hoe hoger we kwamen hoe meer sneeuwresten we aantroffen.

                      

                   
Voor we ons dorp Colico bereikten stopten we bij de laatste respectabele supermarkt voordat de Italiaanse kruideniertjes het over zouden nemen. De rit door de bergen had ons veel langer gekost dan we gehoopt hadden waardoor we met vier hongerige mensen en een grote kar door de met eten gevulde paden wandelden: geen goede combinatie. Twee vrolijke blonde meisjes met kookaspiraties en een hoop fantasie deden de rest van het werk, waardoor we ruim een uur later met voedsel voor een weeshuis in de rij belandden. Honger zouden we niet hebben deze week.
             
               
In Colico werden we ontvangen door een typisch Bertoli-omaatje dat waarschijnlijk al de hele dag bij het hek van haar huis op de uitkijk had gestaan. Driftig zwaaide ze naar ons toen we aankwamen rijden en legde ons in gebrekkig Engels uit dat haar dochter ons naar het huisje zou leiden. Vijf minuten later arriveerde er inderdaad een assertieve Italiaanse dame die met haar 4x4 voor ons uit de bergen in scheurde. In een constant dilemma tussen de auto beschermen en de vrouw bijhouden snelde Stijn achter haar aan. Gierend van de lach zaten wij op de achterbank ons af te vragen waar we in hemelsnaam heen gingen en hoe we ooit ‘within 15 minutes walking distance’ bij het meer zouden belandden. Toen de weg veranderde in een nog steiler ongeasfalteerd pad vol keien en modder hadden we het niet meer. Was dit het begin van het einde?
Gelukkig duurde deze hindernisbaan niet veel langer en arriveerden we bij een pitoreske stenen bungalow die we herkenden van het plaatje op de website. We hadden een grote tuin met een waanzinnig uitzicht over de grillige bergen met ver onder ons Lago Como. Het meer mocht zich dan op een indrukwekkende afstand bevinden, van dit uitzicht zouden we nooit genoeg krijgen. Het was perfect.
                     


                                
De daarop volgende dagen gleden voorbij in een heerlijk loom vakantieritme. Terwijl Stijn en Sunny ’s morgens vers brood haalden en espressootjes dronken in het dorp sliepen Daaf en ik een uurtje langer om vervolgens de omgeving al hardlopend te verkennen. Zo renden we door de steile krioelende straatjes van het dorp en belandden op lange paden langs het meer, op het Italiaanse platteland vol bloemen, in bossen en tot slot in een verstilde baai waar we onze sportkleren uittrokken en in ons niksie in het water sprongen. Het was het beste ochtendritueel.
’S middags sloofden Sunny en ik ons uit om de inhoud van de gevulde koelkast te reduceren en echte mama-Bertoli-maaltijden te bereiden. De Allerhande-BBQ was hierbij een dierbare vriend en zo zorgden we gedrieën voor knapperige bruschetta’s, frisse gazpacho en mooie salades. Zelden werd er geaarzeld om al vroeg op de middag de eerste alcoholische versnapering te nuttigen waarna er geregeld vele volgden. We hingen in de tuin, genoten van onze drankjes, voerden (goede) gesprekken, speelden spelletjes kaart en staarden in stilte naar het uitzicht dat iedere dag weer een verrassing was door het samenspel van de bergtoppen en de wolken.
              



              
Een onvergetelijk hoogtepunt was ons bezoek aan Tratoria Bel Sit. Een verlaten restaurantje op de berg dat Daaf en ik tijdens een van onze uitputtelijke hardlooptochten ontdekt hadden. Het was schattig, typisch Italiaans en onvindbaar voor toeristen. De dames opgedoft in vrolijke jurkjes omdat we ‘uit’ gingen lunchen wandelden we over een bospad en door een beek naar het restaurantje. We waren verheugd om te zien dat we niet alleen waren op het terras, maar de buurtboeren keken toch wel vreemd op toen wij met z’n vieren aan een van de picknicktafels aanschoven. De verstilde gesprekken negerend besloten we er het beste van te maken en bestelden ons eerste litertje Pinot Grigio voor de spotprijs van 7 euro. We hadden een heerlijke hoektafel met een wijds uitzicht over het boerenland en twee honden die af en toe aan onze tenen kwamen sabbelen.

                  

               
De komst van het eten zorgde voor de eerste grote lachkick: de mannen hadden het vier-gangen lunchmenu bestelden en de dames hadden het gehouden bij een gedeelde antipasti voor twee personen en een hoofdgerecht. Bij het voorgerecht werd de hele tafel vol gebouwd met schalen vol vleeswaren, gegrilde groenten, polenta’s, bladerdeegtoestanden en iets dat leek op stierenballen. Bij het zien van het eten alleen zaten we al vol en bij het idee dat de mannen nog drie vergelijkbare porties zouden krijgen biggelden de tranen over ons wangen van het lachen. De antipasti smaakte heerlijk, alles was overduidelijk kakelvers en met veel liefde bereid. Dus met een hoop goede wil, veel wijn en wat hulp van de honden aten we de zilveren schalen leeg tot ze glommen.
De eigenaar van het restaurant had inmiddels zijn twijfels over ons opzij geschoven en kon er wel om lachen. Aan de lopende band bracht hij ons karaffen wijn terwijl hij deed alsof hij het niet zag wanneer we de honden voederden en warm geworden glazen wijn over het gras kieperden. Het was een dolle boel.
                

             
Het tussengerecht en het hoofdgerecht waren eveneens buiten proportioneel maar dat gaf niet. We hadden het al lang opgegeven en maakten er een gierende eetwedstrijd van. Dit zou de hele middag gaan duren. Een heleboel gekkigheid en schaterlachen later waren we bij het toetje beland en werden verrast door een verrukkelijke creatie. Hier bestelden we er nog drie van want voor een toetje was natuurlijk altijd plek.
Toen de eigenaar in de gaten kreeg dat wij voorlopig nog niet van plan waren om weg te gaan vroeg hij ons voorzichtig om af te rekenen met de boodschap dat we zo lang op het terras mochten blijven zitten als we wilden. Wij gaven hem een knallende fooi waarvan hij rode koontjes op zijn wangen kreeg en hij liet ons achter met een verse karaf wijn, flessen water en een pak speelkaarten. Hij blij, wij blij.
             
               
Het was natuurlijk onontkoombaar dat er nog een staartje zou komen aan deze dolle middag, en zo gebeurde ook. Met het vertrek van de eigenaar was het restaurant, en dus het toilet gesloten waardoor de dames geen andere uitweg meer zagen dan hun plasje op het gras naast het terras te doen. En zo keken we al hurkend recht in de ogen van de eigenaar die precies op dat moment in zijn auto kwam aanrijden: hij was terug voor het diner. We wisten niet hoe snel we onze boel moesten inpakken om terug de berg op te rennen. Hier zouden we ons gezicht niet meer laten zien deze vakantie maar de middag was onvergetelijk.

Een ander hoogtepunt was ons bezoek aan Milaan op een van de zeldzame bewolkte dagen. Hier brachten we een heerlijke middag door op het plein van de dom met Italiaanse ijsjes, al shoppend in de luxueuze kleine straatjes, met een fijne lunch in een echte Milaanse binnentuin en al wandelend door de enorme stad. We eindigden onze dag in stijl met take-away burgers in het stadspark. Een snelle maar heerlijke indruk van deze bekende Italiaanse stad.
              








                 
En toen was er nog maar één vakantiedag in onze bungalow over. We koesterden al onze heerlijke ontspannen minuten in de tuin en namen voor de tweede en laatste keer een verfrissende duik in Lago Como. Het was een super vakantie geweest.
             
               
Terug in het stadse leven van Zürich zette de uitbundigheid zich nog even voort. Er werden weer flessen wijn gedronken in het mooie Dolder hotel, gedineerd in Aura en tot slot gedanst in Tao’s. 
                     
                  
Officieel was dit onze laatste avond maar impulsief besloten we er nog een extra twee dagen aan vast te breien: een bezoekje aan papa in Talloires! Maar niet voordat Daaf en ik bij onze Zwitserse vrienden, Ivan en Elena, in Olten hadden gegeten.
                
                
Zo lieten we Stijn en Sunny voor een dagje achter in ons appartement in Zürich terwijl wij de trein namen naar het weinig spannende Olten.  We kwamen terecht in een spik en span appartement waar met liefde van alles voor ons was klaar gemaakt. Hier leidden Ivan en Elena samen met hun hyperactieve kitten hun Zwitserse levendje. Het werd een bijzondere avond want mijn fingerspitzengefühl vertelde mij dat Elena iets te verbergen had en niet veel later hadden wij de primeur: Elena was zwanger en voordat haar buik zou gaan groeien wilde ze getrouwd zijn. Nu moest Ivan alleen nog het aanzoek doen… Romantischer kon natuurlijk niet dus onze aanhoudende stroom van grappen verblijde de avond. Wat een fantastisch nieuws! En dit betekende ook dat onze reünie met Zürich veel eerder zou plaatsvinden dan verwacht…

                




               
Na een grappige nacht op hun megabank, omdat Daaf zich tijdens zijn eeuwige slaaploosheid voortdurend met de drukke kat en de schoonmaakrobot had beziggehouden, werden we opgehaald door Stijn en Sunny om over de Zwitserse snelwegen naar Talloires te zoeven. Deze rit verliep een stuk voorspoediger dan de bergrit naar Como dus ruim op tijd om nog even een plons te nemen in het allermooiste lac d’Annecy kwamen we aan. Hier hielden we nog twee dagen ultieme vakantie: Daaf en ik deden het rustig aan al genietend van het onbetaalbare uitzicht terwijl Stijn en Sunny Talloires en omgeving verkenden. ’s Avonds aten we in het buurtcafé dat van eeuwenoud Frans bistrootje omgetoverd was tot iets moderns of bij ons op het balkon met de laatste zonnestralen op ons gezicht. En zo keerden we helemaal uitgerust van onze bonte avond in Zürich weer terug naar de stad.
            



               
En toen was er even niks. Stijn en Sunny vertrokken voor een romantisch weekend à deux in Parijs terwijl Daaf en ik de rust terug vonden in Zürich. Lekker ons bekende saaie ritme met werken, sporten en ‘s avonds gezond eten op ons dakterras of met onze nieuwe favoriete serie Dexter op bedje. Eigenlijk was dat voor ons net als vakantie.
Lang mocht het echter niet duren want na drie dagen en nachten begon op vrijdag voor ons opnieuw de ‘echte’ vakantie: met Ivan en Elena naar Parijs!
Ivan haalde ons op in zijn gepimpte Audi vol met ‘nerdie-devices’ zoals hij zelf zou zeggen: drie Ipad aansluitingen, een GPS, een speciaal audio-systeem en alles wat deze ICT-freek maar kon bedenken. Ik had gezorgd voor de nodige foerage, dus in onze zes-uur-durende-rit kwamen we niets tekort. Om 01:00 ‘s nachts arriveerden we in het appartement van Ivan’s ouders in een voorstad van Parijs. Hier werden Daaf en ik ontvangen in een fijn bedje met een grote doos Mon Cheri als welkomstcadeau. Wat een schatten waren het toch. Na nog een kopje thee kropen we allemaal in bed, morgen Paris Paris!
Toen Daaf en ik om 09:00 naast ons bed stonden te trappelen kwamen we erachter dat onze Zwitserse vrienden wel een heel ontspannen weekendritme erop na hielden. Een uur later dan afgesproken hoorden we het eerste gestommel in hun kamer en aangezien Elena tenminste een uur nodig had om zichzelf klaar te maken voor de dag was het rond het middaguur eer we in de auto stapten naar de stad der liefde.
                
               
Het was heerlijk om er te zijn en tot onze grote trots ontdekten Daaf en ik dat we het inmiddels zo waar een klein beetje kenden. Zo voelden we ons voor het eerst geen echte vreemdelingen meer terwijl we lunchten in de schitterende Jardin Luxembourg.
                 


             
Na de lunch slenterden we door de hartverwarmende Parijse straatjes van St. Germain en langs de beroemde Seine waar voor de gelegenheid een Parijs’ stadstrand was aangelegd.
                









                   
Omdat we nog langs huis wilden om ons op te frissen na de hete dag verlieten we de stad alweer in de namiddag. Het was een kort bezoek geweest maar Daaf en ik hadden genoten. Parijs was altijd de moeite waard.
Na een snelle kappersbeurt voor de jongens en een tweede beauty-ritueel van Elena waren we allemaal klaar voor de avond. Ivan nam ons mee naar een uniek restaurant in Parijs dat zich op een eilandje bevond. Met een boottochtje van een minuut staken we de rivier over waarna we neer ploften in een knus restaurant.

                  


                     
Na een gezellig diner lieten we ons terug varen naar de andere oever waarna we onze avond voortzetten in Club Mix. Dit was een mooie club waarvan de dansvloer te bereiken was door middel van een glijbaan. Wat een geweldig gevoel was het om ons in een Parijse nachtclub te bevinden. Helaas had de zwangere Elena te kampen met een lading hormonen en nam Ivan de taak op zich om haar over haar zere rug te wrijven, dus Daaf en ik maakten een dansje en besloten daarna wijselijk de twee mee naar huis te nemen. Hun avond zou het niet gaan worden.

                  

               
Op zondag sliepen we uit en ontbeten rond het middaguur. We hadden allerlei plannen maar naarmate de tijd verstreek lieten we deze varen en besloten in Parijs in het park te gaan liggen. Zo gezegd zo gedaan, het werd een rustige middag tussen de Botanische bloemen met een crêpje in ons hand. Om 15:30 begaven we ons richting Gare de Lyon van waar mijn trein naar Annecy zou vertrekken. 
               


                  
Met een dikke knuffel nam ik afscheid van Ivan en Elena die ons zo liefdevol hadden meegenomen naar Parijs en natuurlijk van Daaf die ik gelukkig drie dagen later in Talloires alweer zou zien. En zo zoefde ik met de trein rechtstreeks van Parijs naar Annecy waar papa mij op het station stond op te wachten. Hier begon vakantie deel drie.

Het was fijn om tien dagen in het oude vertrouwde Talloires te zijn met uitzicht op mijn favoriete lichtblauwe meer. Papa en ik hadden rustige daagjes. We zwommen, hingen op het balkon hij lezend ik schrijvend, lagen in de namiddag aan het meer en kookten ‘s avonds ons maaltje. Constant vergezeld door onze favoriete buurhond Wiskey.
                 








                
Op woensdag arriveerde Daaf waarna er ook gekaart kon worden en al zwemmend met de fietsboot naar de overkant van het meer. Ondanks dat het heerlijk was om er te zijn was Talloires natuurlijk Talloires niet zonder mama, en dat was iedere dag weer even wennen. Toch maakten we er het beste van met z’n drieën en genoten van alles wat het dorpje te bieden had: zwemmen, zonnen, waterskiën en...
                    






           
...mooie restaurantjes!
              




                  
Twee dagen eerder dan ik vertrok Daaf voor een training in Nederland waarna ik hem op woensdagavond weer trof in ons Zürich. Vanaf dat moment was het aftellen: nog vier dagen te gaan. Ik maakte een afspraak met Rita de Nijs, de oude dame dankzij wie ik op het Oranjefeest was geweest en ‘dankzij’ wie ik kennis had gemaakt met de verschrikkelijke Jopie Haerry van wie ik overigens nooit meer iets vernomen had. Ik vond dat zij het verdiende om nog eenmaal een kopje koffie met mij te drinken voordat ik weer vertrokken was en zogezegd zo gedaan. Opnieuw haalde ik haar op van de kapper en nam haar mee naar het café op de bovenste etage van het warenhuis Globus. Hier trakteerde ik haar op twee ijsjes terwijl ik zelf een koffie dronk en naar haar verhalen luisterde. De arme dame was zo gewend om alleen te zijn dat dit duidelijk een feestje was voor haar, dus dat liet ik zo zijn. Na de koffie wandelde ik nog even met haar mee naar de beroemde levensmiddelenafdeling onderin het warenhuis. Hier scheen je de mooiste en de beste verse producten te kunnen kopen en dat zag je er ook aan af. Het was een delicatessenwalhalla.
                  


                  
Ik droeg haar boodschappen en installeerde haar op het bankje bij de bushalte. Daar nam ik afscheid van Rita blij dat ik haar een feestelijke middag had kunnen bezorgen.

Op zaterdag gaf Zürich mijn afscheidsfeest: Zürich Street Parade 2013. Schijnbaar het grootste techno-feest ter wereld. De hele stad was bezaaid met verklede idioten en diverse podia zorgden voor de nodige herrie. Samen met Daaf’s Nederlandse collega Freek en zijn vriendin Birgit stortten we ons in het feestgedruis en dansten in het zonnetje.
                






             
Rond etenstijd ontglipten we de drukte voor een Domino-pizza op het terras van de universiteit waarna we onze feestmuts weer opzetten en terugkeerden naar de massa. Inmiddels was de chaos in Zürich compleet, de zooi op straat was zo mogelijk nog groter dan met Koninginnedag en de helft van de mensen was laveloos. Het feest zat er echter nog niet op, nog lang niet, dus ik deed m’n best om weer in de stemming te komen. Daaf en Freek vermaakten zichzelf kostelijk met een flesje Wodka dat ze op de kop getikt hadden maar Birgit en ik waren langzaam wel uitgefeest en lieten de jongens rond 22:00 aan hun lot over.
               

                 
Twee uur later terwijl ik lekker gedoucht met een pot thee in bed lag te laptoppen werd er aangebeld en mocht ik een wankelende Daaf onder de dons stoppen. Dat is natuurlijk echte liefde.

Zondag was mijn laatste dag, de allerallerlaatste dag in Zürich na vier maanden. De geplande brunch moest plaatsmaken voor een anti-kater-ontbijt en filmpjes in bed, maar ook dat was heerlijk knus. Rond het middaguur liepen we richting de Limmat om voor de laatste keer samen te zwemmen. We sprongen het water in op een plek waar de stroming heftig was en zo dreven we automatisch de Limmat af tot we weer een trappetje tegen kwamen om eruit te klimmen. Het water was heerlijk fris en zo knapten we helemaal op, ook Daaf keek weer helder uit zijn ogen toen we even later in het zonnetje zaten op te drogen.
De middag brachten we door op het terras van de universiteit waar we werkten aan mijn ‘geheime project’. Hier waren we drie uur lang druk in de weer totdat de zon langzaam begon te zakken. Mijn laatste avond was begonnen.
Terwijl Daaf thuis wat werkte wandelde ik voor de laatste keer de Limmat over richting de Bahnhofstrasse om bij HILTL, mijn vegetarische favoriet, take-away te halen. Voor de laatste keer betaalde ik een Zürichse prijs voor twee porties vegetarische lekkernijen en voor de laatste keer dekte ik een gezellig tafeltje op ons dakterras. Hier aten we knusjes naast elkaar mijn laatste Zürichse avondmaal. Wat hadden we een heerlijke tijd gehad.

                    
                 
Met een verdrietje in mijn buik werd ik de volgende ochtend wakker. Daaf drie weken niet zien na zo’n lange tijd bovenop elkaars lip geleefd te hebben, weg uit Zürich waar het leven zo rustig en overzichtelijk was, terug naar Amsterdam waar de studie, drukte en verantwoordelijkheid mij weer wachtten… Allemaal veranderingen waarvan ik even moest slikken. Maar ik had geen keuze, dus ik ademde diep in en begon mijn koffers te pakken. Twee uur later zat alles erin en wandelde ik als pakezeltje naar het Hauptbahnhof waar Daaf mij opwachtte. Een laatste blik op Zürich, een hele dikke knuffel, honderd kusjes, één stiekeme traan en toen reed mijn trein weg. Dag lief mooi Zürich, dankjewel voor alles, ik mis je nu al en ga je nooit vergeten.