woensdag 26 juni 2013

Zonovergoten Zürich met één wolkje aan de lucht


En toen brak de zon door in Zürich en voor even was hij niet meer weg te slaan. Het dagelijks leven bestond uit een aaneenschakeling van ‘ups’. Zowel Isabel Schrijft als Isabel Studeert waren ‘on the roll’ en het Zürichse leven liep als een trein. Daaf en ik sloegen natuurlijk geen moment over om gedurende de vrije dagen hier volop van te genieten met picknicks aan het meer, bezoekjes aan fijne terrassen en uurtjes in de avondzon boven op de bankjes bij de universiteit.





Ook hadden we onze eerste afspraak met echte Zwitserse vrienden. Het betrof Ivan, een oude vriend van David uit Australië waar we op onze doorreis zelfs nog een aantal memorabele nachten hadden doorgebracht. Inmiddels woonde hij samen met zijn vriendin Elena in Zwitserland en waren we er na zes weken eindelijk in geslaagd om een datum te prikken voor een etentje. Daaf en ik trokken onze feestoutfit uit de kast en gingen op weg naar AURA, een hip restaurant waar ik een leuke recensie over gelezen had en eentje die bovenaan onze restaurants-to-do-lijst stond.


We hadden een hele gezellige avond met heerlijk eten en veel te lekkere wijn. Ivan en Elena waren van oorsprong Russisch maar hadden beiden lang in Australië gewoond. Deze twee tegenovergestelde culturen vormden een grappige combinatie en zo hadden we te maken met hele lieve, ingetogen en tegelijk open mensen. Om een middelpunt te vinden tussen hun beider werk waren ze de week daarvoor naar Olten verhuisd, een nietszeggend stadje tussen Zürich en Bern. Natuurlijk werden we uitgenodigd om daar te komen eten en dat was nog niet alles want enthousiast geraakt door de gezelligheid kwam Ivan op het idee om ons een weekend mee te nemen naar het appartement van zijn ouders in Parijs. En daar zeiden wij natuurlijk geen nee tegen… Dus voor de avond ten einde was stonden er twee uitjes in de planning met onze echte Zwitserse vrienden!
          


Mijn discussieklasje en mijn werk voor de Oranje Koe liepen bijna ten einde maar ik hoefde niet te treuren want Isabel Schrijft was lekker bezig. Na een maand schaven en herschrijven was mama’s website eindelijk online en hij zag er lekker fris uit. Ook had ik een folder voor haar ontworpen die nu bij de drukker lag. Allemaal leuke en leerzame klusjes waar ik als echte netwerker Facebook en LinkedIn dagelijks van op de hoogte hield.
      

En niet zonder succes want via Facebook sleepte ik een grote opdracht binnen. Door een klein en persoonlijk evenementenbedrijf werd ik benaderd om hun website teksten te herschrijven en geregeld Facebook en LinkedIn posts te plaatsen. Een super leuke en uitdagende opdracht die mij maar liefst een maand lang van constant werk en inkomsten voorzag. Hoe ik daarna verder zou moeten wist ik nog niet, maar het gaf me in ieder geval vertrouwen en een kleine buffer om op voort te bouwen. Isabel Schrijft werd gezien!
       

Aangemoedigd door deze gelukjes trok ik de stoute schoenen aan en stuurde een persoonlijk bericht aan de hoofdredactrice van het nieuwe F.A.L.L. Magazine. In mijn eerste studiejaar bij Nederlands was ze een werkgroepgenootje geweest, daarna was ze geswitcht en inmiddels had ze haar eigen tijdschrift opgericht. Een super gewaagde stap waar ik veel bewondering voor had. Ik wist niet hoezeer het storm liep met de inhoud van haar blad, maar ik besloot haar te laten weten dat ik graag een bijdrage zou willen leveren in de vorm van een reisverhaal of een artikel over de hotspots van Zürich. Tot mijn grote verrassing kreeg ik een hele enthousiaste reactie terug. Ze was erg geïnteresseerd in een reisverhaal van mijn hand, dus ze liet er geen gras over groeien. Mijn bijdrage zou gepubliceerd worden in het derde nummer dat uit zou komen in augustus, twijfel en kracht was daarvan het thema. Zodra ik dit hoorde ging er een belletje rinkelen in mijn hoofd: de vliegende start van mijn reis, de allereerste dag met het verdrietige afscheid en daarna de ontmoeting met de Belgen, het varen en de Wodka, was er geen passendere anekdote denkbaar? Voor de tweede keer begaf ik me in de stoute stappers en mailde haar mijn idee. Ik schreef dat ik het echter zonde zou vinden als ik door de keuze voor deze specifieke anekdote haar lezers niet zou kunnen inspireren met alle prachtige landen die ik bezocht had. Daarom opperde ik het voorzichtige idee om dit verhaal van mijn eerste dag het begin te laten zijn van een reeks waarin ik iedere maand een stukje van mijn wereldreis uit de doeken zou doen. Brutaler kon natuurlijk niet maar het waren allemaal belangeloze bijdragen die ik zou leveren en bovendien was niet geschoten altijd mis. En toen was daar haar verlossende antwoord: ze vond het een perfect idee en keek uit naar mijn eerste verhaal. Ik stuiterde toen ik het las. Dit betekende voor het komende jaar iedere maand een publicatie! Zo zou ik stapje voor stapje enige bekendheid kunnen verwerven en op die manier mijn naam als freelance schrijfster kunnen vestigen. Dit was opnieuw een vliegende start.
      

Voortzwevend op deze stroom van goede dingen kreeg ik de uitslag binnen van de IELTS test. Een Engelse taaltest om de toegang tot mijn Research Master veilig te stellen. Tot mijn grote opluchting had ik hem uitstekend gemaakt en was daarmee officieel toegelaten tot de opleiding. In diezelfde week liep ik tegen een vacature aan die al sinds vorige jaar in mijn hoofd zat: student-assistent op de redactie van de nieuwsbrief van de Geesteswetenschappenfaculteit. Ik schreef een knallende motivatie en werd uitgenodigd voor de tweede ronde. Helaas bleek de commissie allerminst flexibel: ik moest terug vliegen voor het gesprek of van mijn deelname afzien. Ik vond deze houding voor een doodgewone student-assistent-vacature van tien uur in de week nogal cru, maar tegelijk zou dit baantje voor mij de perfecte oplossing betekenen voor alles: naast mijn theoretische master een praktische schrijfbaan voor een jaar met voldoende inkomsten om net van rond te kunnen komen. Ik zou twee interviews per maand afnemen en twee rubrieken van de nieuwsbrief schrijven. Dit betekende een schat aan ervaring opdoen. Ik moest dit baantje hebben! En zo besloot ik de commissie tegemoet te komen en terug te vliegen. Ik nam deel aan een bijzonder leuk gesprek waarin ik in staat was mijn enthousiasme en gedrevenheid kenbaar te maken en mezelf goed voor te stellen. Het gesprek werd gevolgd door een schrijfopdracht waarvoor ik exact dertig minuten de tijd had. Het werd tijdnood en tot mijn grote spijt kon ik niet iets inleveren waar ik achter stond. Ik was dus allerminst tevreden maar hoopte dat ik hen in het gesprek had kunnen overtuigen. Diezelfde middag nog ontving ik een email: ze hadden lang getwijfeld en vonden mij een zeer goede en geschikte kandidaat, maar hun keuze was gevallen op iemand anders die een onberispelijke schrijfopdracht had ingeleverd. Tweede. Ik baalde als een stekker en de teleurstelling kwam mijn oren uit, maar ik realiseerde me ook dat het bijna te mooi was geweest om waar te zijn. Ik moest hoop houden en erin geloven dat er nog iets anders op mijn pad zou komen dat tenminste bijna net zo leuk was. Bovendien kon ik altijd volgend jaar nog een sollicitatiepoging doen voor deze functie als ik hem dan nog niet vergeten zou zijn…

Ondertussen was de zon in Zürich blijven schijnen en kon ik dus op een feestelijke manier afscheid nemen van mijn discussieklasje en De Oranje Koe. Met mijn discussieklasje organiseerde ik een picknick in de tuin van de universiteit waarbij iedereen iets meenam. Zo zaten we gezellig met z’n vieren te genieten van prosecco, ijsjes, kersen en oer-Hollandse stroopwafels. Voor deze laatste keer had ik geen discussieonderwerp bedacht, we kenden elkaar inmiddels goed en konden de namiddag vullen met gezellige kletspraat over de vakantie, festivals en andere zomerse bezigheden. Ik vond het erg leuk om op zo’n ontspannen manier nog een middag door te brengen met Olivia, Priska en David, al met al zou ik ze toch rekenen tot mijn beste Zürichse kennissen. Daarom vond ik het jammer dat ons knusse klasje ten einde kwam, maar met een zonnige einde als dit kon ik natuurlijk niet treuren.
       

Ook het schoolseizoen van de Oranje Koe was bijna afgelopen, dus om het jaar vrolijk af te sluiten werd er een barbecue georganiseerd. Zo reisde ik op een vrijdagavond met een pastasalade onder mijn arm af naar Küssnacht, het weelderige kanton van Zürich. Ik werd warm ontvangen door de juffen en meesters van De Oranje Koe waarvan ik slechts de helft kende omdat er twee vestigingen waren. De vriendelijke directeur die dit jaar afscheid zou nemen hield een ontroerende speech waarin hij tot slot iedereen bedankte, ook ik werd specifiek bedankt voor mijn inzet, mijn belangeloosheid en mijn gezelligheid. Na dit zware moment werd de lucht opgehelderd met een knapperende barbecue en heerlijke rode wijn. Het was leuk om op deze manier het team wat beter te leren kennen. Eigenlijk waren het vooral expat-vrouwen die ‘ook iets deden’, maar ze droegen De Oranje Koe allemaal een warm hart toe en waren zeer betrokken. Ik had leuke gesprekken over de meest uiteenlopende expat-locaties van Dubai tot Indonesië, India en vele steden in Zwitserland. Dit was een apart wereldje waar ik mezelf gelukkig (nog) niet toe rekende, maar ik vond het leuk om er vanaf de zijlijn kennis mee te maken.
       

Ook toen mama en papa om dubbelzinnige redenen onverwachts een bezoekje kwamen brengen aan Zürich scheen de zon nog volop. Dit betekende weer een weekend genieten van de zon en de Zürichse horeca. Dit gaf Daaf en mij de mogelijkheid om een paar tentjes af te tikken op onze lange en zorgvuldig geadministreerde restaurants-to-do-lijst. Zo genoten we een lichte lunch op het deftige terras van Baur au Lac dat heerlijk in de beschutting lag van mooie groene bomen en bloemen.
       



In de avond dronken we als aperitief een goed glas wijn in de tuin van Rigiblick met uitzicht over Zürich, terwijl Daaf en papa uitrustten voor het aansluitend diner.
        


Tot slot schoven we bil aan bil op het knusse terrasje van Isebahnli, het Italiaanse delicatesse restaurantje bij ons om de hoek. Hier waren ze bijzonder goed in het serveren van eenvoudig maar perfect bereide gerechten in een simpele ambiance voor een onvoorstelbare prijs. Het zorgeloos genieten werd ruw verstoord toen er een onverwachte bom gedropt werd. De kok moet raar gekeken hebben hoe vier snikkende mensen hun hoofdgerechten koud lieten worden en tranen wegspoelden met slokken dure wijn. Ondanks het verdriet waren de knuffels aan tafel niet van lucht en zou ik deze avond nooit meer vergeten. Mijn grote wens was dat ik hier op een dag op terug zou kunnen kijken met een lach en een traan, want los van alle ellende was de situatie bijzonder tragikomisch en karakteristiek voor ons unieke en liefdevolle viertal.
         

Zelfs met de donderwolken van de bom nog boven onze hoofden bleef de Zürichse zon koppig schijnen. Zo brachten we een rustige middag door in het park waar het afgeladen vol was met straatmuzikanten, bikini’s, dikke buiken en rokende barbecues.
        




Met z’n vieren aten we een heerlijke lunch in ‘Fischstube’. Een rustieke vissershut met heerlijke loungebanken waar je je alleen met het meer waande. We keken hoe mensen ronddobberden op opblaasboten, hoe vrouwen stug hun man lieten peddelen in kano’s en hoe deftige mensen met de neus omhoog in vol ornaat hun middag doorbrachten op hun zeiljacht. Het was pure zondagse ontspanning.
        



Hierna  zochten we een lege vierkante meter op het overladen grasveld en voegden ons bij het gepeupel. Met bonkende muziek naast ons oor deden we een dutje en staken een voorzichtige teen in de koude Zürisee. Het smeltwater uit de bergen weerhield ons op deze dag niet om een eerste duik te nemen: een mijlpaal. Nog een moment dat ik niet snel zou vergeten en ik was blij dat zowel mama, als papa, als Daaf onderdeel waren van deze waardevolle herinnering.
         

En met deze ijskoude maar verfrissende plons kwam er een einde aan de aanhoudende Zürizon. Het grootste deel van mijn Züritijd zat erop en ik kon met een buitengewoon tevreden gevoel terugblikken. Ik had een voorzichtige start gemaakt en daarna langzaam mijn pad uitgestippeld. Nu twee maanden later kon ik concluderen dat ik mezelf goed gered had. Ik had kleine maar mooie werkervaringen opgedaan, ik had mijn ogen geopend voor de schoonheden van deze nieuwe stad en had dankzij Isabel Schrijft eindelijk alle rode cijfertjes op mijn bankrekening weggewerkt. Tegelijk was ik mij er terdege van bewust dat ik naar Zürich was vertrokken met een bepaalde basis die ik niet meer terug zou vinden wanneer ik thuis kwam. Zonder dat ik daar zelf voor gekozen had was mijn leven veranderd en het zou tijd kosten om daaraan te wennen. Maar ik had vertrouwen. Als ik alleen over de wereld kon reizen en een leven kon opbouwen in een vreemde stad, dan zou ik ook in staat zijn me aan te passen aan een nieuwe situatie en een nieuwe veilige basis te creëren waarin iedereen net zo gelukkig zou worden.

vrijdag 7 juni 2013

Zürich, een tweede thuis

Na een fijn vertrouwd weekendje thuis in Amsterdam en Bloemendaal voelde ik het. Het vliegtuig landde geruisloos op de gladde landingsbaan in het groene Zürich en als vanzelfsprekend wandelde ik over het vliegveld naar de trein en reisde af naar ons Hauptbahnhof. Zo stond ik binnen een uur weer naast de mooie heldere Limmat en snoof de berglucht op. In zes weken was Zürich een tweede thuis geworden. Langzaam, met kleine stapjes, was ik het degelijke, rustige en georganiseerde klimaat gaan waarderen, de schone lucht, de kalmte, de ontspannen gereserveerdheid van de mensen. Het was niet perse kilte, zoals ik het aanvankelijk had opgevat, het was ook een bepaald respect voor elkaars privéruimte en niet de behoefte om daarmee te interveniëren.
In de spaarzaam uurtjes die ik in het excentrieke Amsterdam had doorgebracht had ik de gekte, het lef en de onvoorspelbaarheid van de stad gekoesterd, maar tegelijk had ik een stukje chaos en onrust ervaren zoals ik dat nog nooit eerder had opgemerkt. Amsterdam bleef Amsterdam, de stad naar mijn hart, maar op dit moment gaf Zürich me ook een stukje ruimte in mijn hoofd dat eigenlijk alleen maar goed kon zijn. Stiekem genoot ik van mijn saaie wekelijkse ritme dat voornamelijk bestond uit het plannen van mijn sportschema, sportklasjes volgen, leuke gerechten bedenken, boodschappen lijstjes maken, boodschappen doen, ‘Isabel Schrijft’ promoten met vrolijke kreten op Facebook en LinkedIn en voor zover ik die had mijn schrijf- en werkklussen voltooien.
Natuurlijk realiseerde ik me zo nu en dan met gemengde gevoelens dat ik tussen 08.30 en 18.00, wanneer Daaf de deur uit was, soms geen woord sprak, en wanneer het regende geen stap buiten de deur zette behalve voor het sporten, en eigenlijk een niet-bestaand sociaal leven erop na hield met Daaf, Daaf en Daaf en verder niemand kende, maar dat was de keerzijde van een toch wel bijzondere medaille. 




Dankzij het intensieve sporten zat ik in ieder geval lekker in mijn vel en kon ik de gerechten die ik zo enthousiast aan het verzinnen was met behulp van mijn nieuwe grote vriend Yotam Ottolenghi ook daadwerkelijk helemaal opeten. Ik beleefde groot plezier aan mijn donderdagse prik: de Super Kondi Body Attack, een intensievere variant van de meerdagelijkse Konditioneringstraining. Dit was een absolute belevenis. Al drie weken lang stond ik iedere donderdag om 12.15 met ongeveer honderd Zurinaren in een grote gymzaal twee instructeurs te volgen die ons een uur lang het leven bitterzuur maakten, maar toch in staat waren de sfeer erin te houden met een wonderbaarlijk groepsproces dat diep geworteld zat. De ongeschreven afspraken waren meer dan helder: als er geklapt moest worden klapte je HARD, als er gejuicht moest worden juichte je LUID en als je het zwaar had gaf je een BRUL. Je kan je misschien enigszins voorstellen wat dat oplevert als je met honderd man in een zaal bezig bent met opdrukoefeningen, hoge kniesprongen en dubbele buikspieren. Ik zei het al: een belevenis en een schitterende work-out. Evenals het oprennen van de Zürichse Dolderberg, aanvankelijk geen pretje maar inmiddels een heerlijke training van een mooi uur met een ongekend uitzicht aan de rechterzijde en een fijne wandeling door rijke buurtjes terug naar beneden. Het liefst met Daaf, maar zelfs zonder.



Ondertussen was ik ook helemaal thuis op De Oranje Koe. Ik was er inmiddels drie keer geweest en ik was niet meer weg te denken uit groep 3, 4 en 5. Juf Isabel nam spellings- en citotoetsen af, behandelde het Taaljournaal, legde het zogeheten MMKM-woord uit (medeklinker-medeklinker-klinker-medeklinker: z-w-aa-n), deed taalspelletjes en las educatieve verhaaltjes voor. Bij binnenkomst kreeg ik van meester Jaap en juf Esther een lesplan onder mijn neus gedrukt, waarna ik inmiddels zonder verdere uitleg begreep wat ik moest doen en mijn deel van de klas onder mijn hoede nam. Het kostte wat reistijd maar ik genoot van het werk en het contact met de kinderen. Het was toch bijzonder om zonder enige aarzeling als juf Isabel aangesproken te worden en verantwoordelijk te zijn voor het leerproces van al die onschuldige openhartige kinderen. Een hele nieuwe ervaring.





Mijn tijd op de universiteit zat er na zes weken zo goed als op. Ik had zelfs al afscheid moeten nemen van Marja die eind mei na afloop van het studiejaar teruggegaan was naar Nederland voor drie maanden vakantie en hoog nodige quality time met haar vriend. Meermaals had ik haar bedankt voor haar ongelofelijke inzet voor mij in Zürich. Al vanaf februari, toen ik nog in Namibië zat, was ze mijn vraagbaak geweest aan wie ik alles kwijt kon en vanaf de allereerste week van mijn verblijf hier had ze mij van werk en continuïteit voorzien. Zij had mij door middel van het discussieklasje in contact gebracht met drie super leuke studenten die ik nu tot mijn top-kennissen van Zürich rekende. Om die reden hadden we samen bedacht om het laatste discussieklasje in te vullen met een echte Hollandse borrel. De stroopwafels had ik na mijn bezoek aan Nederland meegesmokkeld door de douane, dus het begin was er. Nu nog hopen dat het zonnetje zou schijnen…

Met het sporten, boodschappen doen en mijn vrijwilligersbaantjes kon ik mijn week natuurlijk nooit vullen dus er was, tegen wil en dank, ook veel vrije tijd. Het was zaak om deze tijd slim te gebruiken en om te zetten in positieve energie voor goede dingen. De ene dag lukte dat beter dan de andere. Op slechte dagen zat ik de hele dag afwisselend ongedoucht in mijn pyjama dan wel sportkleren aangezien ik toch niemand zou tegenkomen, op goede dagen was ik actief bezig voor ‘Isabel Schrijft’ en liep alles opeens op rolletjes: kwamen er weer opdrachten binnen en lachten de kansjes me toe. Zo had ik inmiddels toch al gezorgd voor de teksten van mama’s Netwerk-partners website, had ik een knallende motivatiebrief geschreven voor de studiebeurs van een student van de Erasmus Universiteit van Rotterdam en had ik de bachelorscriptie van een UvA-student gecorrigeerd. De eerste drie facturen waren de deur uit, het liep nog geen storm maar er gebeurde wel wat! Daarnaast lagen er nog andere opdrachten in het verschiet: een folder en brochure voor Netwerk-partners, de website-teksten van een activiteitenbedrijf en updates verzorgen op Facebook en LinkedIn. Ik werd gezien en dat vond ik al lang ongelofelijk mooi en spannend. 


De overige vrije tijd hield ik me bezig met filosoferen over andere mogelijkheden om mij als freelance tekstschrijver te ontplooien, zoals een eigen dagelijkse blog over een mogelijke expertise van mij zoals mijn vegetarisme of een reisartikel in het nieuwe F.A.L.L. Magazine. Op de dagen dat het lukte om me hier, regelmatig samen met Daaf, in te verdiepen was de inspiratie soms bodemloos en leken de mogelijkheden oneindig. Op de moeilijke momenten probeerde ik mezelf voor te houden dat ik niet snel meer een kans zou krijgen om zoveel tijd te besteden aan mezelf en mijn eigen ontwikkeling, en ik realiseerde me goed dat dat maar al te waar was. Verder moet gezegd worden dat Daaf hierbij elke dag opnieuw ongelofelijk lief en behulpzaam is. Op momenten dat ik het allemaal niet zie zitten is hij er om over m’n bol te aaien en niet te mopperen over mijn ontevredenheid en op de momenten dat ik blij ben met mijn bezigheden en de inspiratie te pakken heb denkt hij mee, oppert ontelbaar meer goede ideeën dan ik zelf ooit heb kunnen bedenken en luistert geduldig naar alles wat ik te kwebbelen heb.



Los van al deze serieuze dingen vullen we onze avonden en weekenden natuurlijk ook nog met de nodige dosis gezelligheid. De maandelijkse werkborrel van David was weer uitgelopen op een heerlijke prosecco-zuippartij uitlopend in een etentje met Nederlandse collega Freek.


Aansluitend aan deze vrolijke avond kwamen Nicoline, Watse en zijn moeder ons bezoeken in het weekend dat het onophoudelijk regende in ons Zwitserse stadje. Aangezien buiten zijn alles behalve wenselijk was werd dit ook weer een super gezellig weekend vol lekkere hapjes, drankjes en flessen wijn waarbij we de Zürichse prijzen soms onbewust bewust even vergaten.









Van de memorabele Jopie tot slot had ik niets meer vernomen sinds ik haar drie weken geleden voor de tweede keer bezocht had en Nasi Goreng bij haar had gegeten. Dit was een leuke afspraak geweest waarbij ik geduldig de oorlogsverhalen van haar en haar vriendin had aangehoord wachtend tot Jopie het zakelijke gedeelte aan zou boren. Zoals te verwachten viel kwam dit niet, al wist ik haar wel te ontfutselen dat ze me vanaf 15 juni nodig zou hebben. In het bijzondere geval van Jopie Haerry zou het mij niets verbazen als uitstel afstel betekende, maar de datum was nog niet geweest dus ik wachtte haar teken van leven rustig af en genoot ondertussen stiekem best een beetje van deze radiostilte. Tot nu toe had ze me meer energie gekost dan opgeleverd en langzaam kwam ik op een punt in mijn Zürichse leven dat ik haar niet meer nodig had. En eerlijk is eerlijk, vier weken geleden zou ik dat nooit gezegd hebben.