vrijdag 3 mei 2013

Zürich, de eerste echte verdieping


Deze week kon ik niets meer ontkennen. Mijn bezoek aan Zürich werd nu overduidelijk meer dan een lang toeristisch weekend, het begon verdacht veel te lijken op het begin van een normaal bestaan waarbij ik mijzelf moest gaan rekenen tot een ‘Züricherin’.

Ik eindigde mijn vorige blog met het vooruitzicht op de werkborrel van Daaf. Hier stond ik voor het eerst zogenaamd doodgewoon mee te borrelen met alle afdelingen van UPC Cablecom. Het zonnetje scheen volop en een witte terrastafel was gedekt met grote wijnkoelers vol wijn, champagne en bier. Op was op maar voorlopig was er nog geen bodem in zicht dus we namen het ervan. Op die manier was het ijs gelijk gebroken en had ik de kans een ontspannen praatje te maken met zijn meest directe collega’s. Dit voelde als een grote stap in mijn kleine Zürich-bestaan.

De tweede stap volgde gelijk de volgende dag toen ik mevrouw De Nijs om 15.00 van haar kapper ophaalde. Allereerst vond ik de kapper als vanzelfsprekend en vervolgens had ik mijn eerste koffieafspraak met een vreemdeling, en wat voor een. Het was een kordate, ‘gezette’, bejaarde dame die gewapend met haar stok doelbewust door de stad schuifelde. Ze nam me mee naar Globus, het Bijenkorfachtige winkelcentrum om de hoek waar ze ondanks haar diabetes toch ‘weleens’ een taartje zondigde. Hoewel ik het een leuke ervaring was begon ik me halverwege het koffieuur toch af te vragen of ik nu bezig was met een vruchtbare afspraak met zicht op werk of het gezelschap houden van een eenzame bejaarde. Na ruim een uur wist ik alles van haar leven en haar familie en was ik al drie keer uitgenodigd om bij haar thuis langs te komen, een uitnodiging die ik steeds vriendelijk probeerde weg te lachen. Ik had deze afspraak gemaakt om mijn uitnodiging te bemachtigen voor het Oranjefeest op de Nederlandse Vereniging van aanstaande dinsdag waar ik in contact zou kunnen komen met een potentiële werkgeefster, maar mevrouw De Nijs had duidelijk haar kans schoon gezien en een leuk jong meisje gestrikt voor een zeldzame babbel. Bovendien was ze de uitnodiging vergeten mee te nemen dus moest ik haar de dinsdag daarop maar van de tram komen halen, ze liep slecht dus dat was eigenlijk ook wel zo handig, en dan zou ik met haar mee het feest binnen kunnen komen. Ik zuchtte van binnen, knikte gewillig en hield het goede doel voor ogen…

Zaterdagochtend haalde ik samen met Daaf mama en papa op van het vliegveld van Zürich, een derde mijlpaal sinds de laatste blog. Precies een week geleden had ik op mijn hoede mijn eerste stapjes gezet in deze vreemde stad en nu had ik in mijn vrije uurtjes een Zürich-programma voor mama en papa in elkaar gedraaid, alsof ik er al kind aan huis was. 


Gedurende de stadswandeling kwam ik er trots achter dat ik het bijna in mijn eentje had kunnen volbrengen en inmiddels ook de belangrijkste straten, steegjes en hoekjes van de binnenstad kon vinden. Dit zei natuurlijk niet alleen iets over mij, ook in grote mate over Zürich, maar dat deed er even niet toe.
Met z’n vieren brachten we een fantastisch, ouderwets gezellig weekend in de stad door waar genieten voorop stond: wandelen, winkelen, taartjes eten, champagne drinken, dineren en heel veel lachen.













Zondag om 00:00 werd ik 23 jaar. Een bijzondere gebeurtenis om in de vreemde stad te vieren. Zo werd ik verrast met oranje ballonnen, mijn eerste Predigerplatz-geaddresseerde verjaarsdagkaarten en een typisch Zürichse verjaar-dag. Zo brachten we de zondag door volgens Zürichs gebruik met een uitgebreide brunch met alles erop en eraan (behalve champagne, want gedronken was er die avond ervoor genoeg), gevolgd door een wandeling door de bossen van de Zuriberg, een koffie op het terras van Dolder, een bezoek aan Chaggal in het Kunsthaus, toch de onvermijdelijke champagne hoog in de wolken van ‘Clouds’ en tot slot een diner met de lekkerste wijnen in een oude fabriekshal in het rauwe Zürich West. Een tweede heerlijke dag met z’n vieren en een memorabele 23ste verjaardag.









Op maandag was ik moe, slikte ik even toen ik weer afscheid moest nemen van mama en papa en was daarna blij om mijn saaie dagelijkse taakjes op te pakken. Een beetje sporten, boodschappen doen, niksen en koken, want dinsdag zou alweer een stuk enerverender worden.

Koninginnedag in Zürich. Minder leuk weliswaar, maar ook weer een echte stap in mijn leven in deze stad. Daar zat ik dan op mijn vertrouwde 20m2 via live stream het grote feest in Amsterdam te volgen, me maar al te goed bewust van wat ik anders aan het doen was geweest. Niet bepaald de ideale Koninginnedag, maar wel eentje die weer bijzondere Zürichse inzichten opleverde. Zo gebruikte ik stukjes uit de live stream om die middag mijn discussieklasje te vermaken met beelden van onze met tradities doorvlochten troonwisseling en een stukje authentiek Amsterdamse Oranje-gekkigheid. Hierna haastte ik me in mijn Tenue de Ville en op keurige zwarte hakken naar de Paradeplatz waar ik geduldig bij de halte van tram twee op mijn bejaarde vriendin wachtte. Nog even uitgelachen door Daaf die geniepig om de hoek kwam gluren schuifelde gearmd met haar naar het feest dat zich afspeelde in het chique Zunfthaus zur Meisen. Begeleid door de vrolijke tonen van een typisch Nederlands orgel betraden we het oude gildehuis en arriveerden in de receptiezaal waar de procureur-generaal al op ons stond te wachten naast het pronkende schilderij van onze eigen Koning Willem. We gaven hem en zijn vrouw plechtig een hand en brachten onze welgemeende felicitaties over, alvorens we een drankje veroverden en voor mevrouw De Nijs een stoel om te zitten. Ik keek toe hoe de grote mooi zaal met sierlijke lambriseringen en oranje versieringen zich langzaam vulde met een rotarianachtig publiek waarbij ik de leeftijd fors omlaag trok. De rij voor de procureur-generaal werd alsmaar langer en langer want je was niet geoorloofd naar binnen te gaan alvorens je hem de hand geschut had…






Een half uur na binnenkomst werd ik gewaarschuwd door mevrouw De Nijs, daar was ze dan eindelijk: Jopie Haerry, de vrouw waarmee ik dolgraag even wilde praten. Het was een klein vrouwtje, een Nederlandse van Indonesische afkomst die al dertig jaar in Zürich woonde. Ze was getrouwd geweest met een topman van Shell en had dankzij hem en haar afkomst een buitengewoon interessant leven geleid. Via Marja Clement, de vrouw van de universiteit, en via mevrouw De Nijs waren wij nu dan eindelijk met elkaar in contact gekomen. Zij wilde dolgraag haar vele herinneringen bijeen brengen in een memoires die ze wilde laten publiceren, maar had daarbij iemand nodig die haar gebrekkige oud-Nederlandse teksten kon verbeteren en herschrijven. En dat was nu precies mijn droombaan.
Terwijl het grappige vrouwtje verscheidene bitterballen oppeuzelde, wuifde naar haar kennissen en haar lippen opnieuw stifte had ik een kort gesprek met haar. Het was duidelijk dat het voor haar geen aftastende kennismaking was maar puur een gelegenheid om de noodzakelijke gegevens uit te wisselen om verder te praten. Ze sprak me al aan als ‘haar ghostwriter’ en informeerde me, al springend van de hak op de tak, over haar ideeën. Mijns inziens hadden we nog een lange weg te gaan samen alvorens alles beklonken zou zijn, maar plotseling werd deze ultieme kans wel een stuk tastbaarder. We hadden elkaar gezien en servetjes uitgewisseld met al onze contactgegevens. Het begin was officieel daar.
Mijn doel op het Oranjefeest was bereikt maar ik bleef nog even om luidkeels het eerste en zestiende couplet van het Wilhelmus mee te zingen, een paar van de hartige hapjes te snoepen, met Marja van de universiteit te kletsen en nog hier en daar mijn gezicht te laten zien en mijn Zwitserse telefoonnummer te laten slingeren. Het mocht dan weliswaar een feest zijn ter ere van onze Koning Willem, ondertussen vlogen de visitekaartjes in het rond en werd er keihard genetwerkt. Tja, je bevond je tussen de Nederlandse expat-society van Zürich of niet.




Zoals afgesproken ging die avond mijn Zwitserse telefoon. Het was mevrouw Haerry die een afspraak met mij wilde maken. Volgende week woensdag zou ik bij haar langsgaan en zouden we verder praten, weer een belangrijke dag om naar uit te kijken…

Wat begon als een doodgewone woensdag ontwikkelde zich tot een culturele verdieping in de buitenwijken van Zürich en omgeving. Daaf zou die zaterdag meedoen met een zakelijke estafetteloop en in tegenstelling tot zijn fanatieke collega’s had hij als enige zijn route nog niet bekeken, dus dat werd nu hoog tijd. Samen namen we de tram naar het verre eindpunt en wandelden tien minuten de heuvel op tot we de bosrand bereikten. Het was een enorm gepuzzel op een buitengewoon gebrekkige kaart zonder straatnamen en met een onhandig grote schaal, maar we werden het uiteindelijk eens over het vermeende beginpunt. Vanaf daar begonnen we te hollen en stopten iedere duizend meter om het vervolg van de route te bepalen. We renden door de wijde heiden van de Uetliberg, langs boerderijen en bloesembomen, langs dorpswijken met schattige tuinen en uiteindelijk langs de rivier.







Toen we volgens de wonderlijke kaart er pas zes kilometer op hadden zitten en net halverwege waren begonnen onze knieën pijnlijk aan te voelen en moesten we onszelf dwingen om door te blijven hollen. We moesten een brug over, dus bij iedere brug die we tegen kwamen stopten we vol goede hoop en bestudeerden de situatie op de kaart. De kaart bevatte slechts drie bruggen op de hele rivier maar inmiddels waren wij er al vier gepasseerd waarvan geen een de juiste was. Zo ging het door tot we uiteindelijk zelfs tegen een wegversperring aan liepen. Al kruipend onder een viaduct, wandelend over de met stenen bezaaide zandbank van de rivier en al klimmend over het hek van de brug bereikten we uiteindelijk het punt dat we zochten. We waren uitermate benieuwd hoe de hardloopwedstrijd deze hindernisbaan zou overleven, want een ding was zeker: de hardlooproute bestond niet meer. Bovendien waren wij inmiddels al ruim drie uur onderweg en niet veel verder dan halverwege, we waren het zat, we hadden honger en dorst en waren mijlenver verwijderd van het centrum. Zonder kleingeld dus zonder kaartje stapten we in de eerste beste tram die we konden vinden en kwamen uiteindelijk na vier lange uren aan bij een cafeetje aan de rivier vlakbij het centraal station waar ze water en salade verkochten en twee strandstoelen in de zon hadden staan. Dorstig en hongerig verorberden we ons eten zonder tijd te verspillen aan praten en strekten daarna onze voetjes uit op de strandstoel. Eind goed al goed voor vandaag.


Ruim drie pagina’s schrijverij verder ben ik nog geen week verwijderd van mijn vorige blog en ben ik nog niet uit verteld. Ook donderdag had namelijk weer een nieuwe ervaring in petto. Ik zou kennismaken met mijn tweede vrijwilligersbaantje: ondersteuning van de Nederlandse lessen op de Nederlandse school ‘De Oranje Koe’. Ik had de afgelopen week buitengewoon leuk mailcontact gehad met Rob Sakko, de directeur De Oranje Koe, en zou deze donderdag gaan kennismaken. Ik had een strippenkaart voor de tram opgestuurd gekregen als vergoeding van mijn reiskosten en belandde zo op donderdagmiddag na een flinke tramrit in de Bijlmer Arena van Zürich. Omgeven door industriële gebouwen en grote winkelcentra wandelde ik langs de snelweg naar het adres dat ik had opgekregen. De omgeving was alles behalve gezellig maar bij binnenkomst van de school veranderde deze sfeer volledig. Ik stond midden in de ‘International School’ waar doordeweeks expatkinderen hun gewone basisschoollessen volgden en De Oranje Koe na schooltijd kennelijk een paar lokalen huurde. De school was groot en licht, vol met kindertekeningen en andere creatieve versieringen. Een hele prettige plek om te zijn.






Ik werd warm ontvangen door Rob die kort een praatje met mij maakte en de gang van zaken op school uitlegde. Hier kregen expatkindjes met een Nederlandse achtergrond de kans om twee tot vier uur per week hun Nederlands bij te houden volgens de normen van de Nederlandse basisschool. Probleem was alleen dat ze te maken hadden met zogeheten NT1, NT2 en NT3 stromingen, oftewel kinderen die Nederlands als hun moedertaal spraken, als hun tweede taal of zelfs als hun derde taal. Hierdoor was het niveauverschil binnen de klassen extreem groot en waren er meerdere handen in een klas nodig om alle kinderen op hun eigen niveau te bedienen. De klassen waren allemaal bijzonder klein voor Nederlandse begrippen, zo bestond groep 3 uit twaalf kinderen, groep 4 en 5 samen uit dertien kinderen en groep 6, 7 en 8 samen uit acht kinderen. Daarnaast was er nog een tweede locatie wat de leerlingen van De Oranje Koe, inclusief de kleuters, op ongeveer honderd bracht. Ik zou me bezig houden met de klassen van juf Esther en meester Jaap, dit waren groep 3, 4 en 5, oftewel kindjes tussen de zes en de tien jaar. Het eerste uur zou ik in groep 4 en 5 meester Jaap helpen de aandacht te verdelen en het tweede uur in groep 3 bij juf Esther. Het was ontzettend leuk om rondgeleid te worden door de paar lokalen van De Oranje Koe en overal voorgesteld te worden als juf Isabel die zou komen helpen. De docenten waren bijzonder vriendelijk en buitengewoon blij dat ik er was en ook de kindjes gaven me een spontane ontvangst met hun grappig op- of aanmerkingen en door me gelijk als ‘lief’ te betitelen. Aangezien het nu nog meivakantie was en in alle klassen slechts een handje vol kinderen zat hoefde ik vandaag niet lang te blijven. Over twee weken, na Hemelvaartsdag, zou ik echt beginnen en daar had ik nu al ontzettend veel zin in. Evenals de afsluitende docentenbarbeque waar ik na tien minuten al voor werd uitgenodigd.

En nu is het vrijdag. Terugkijkend de eerste echte saaie dag van mijn week en een goede dag om me met een potje thee en een plakje carrot cake te verschuilen in een hoekje van ‘Cakefriends’, een uniek en gezellig café in de buurt. 




De afgelopen week heeft in het teken gestaan van tientallen kleine stapjes die ik gezet heb in de richting van een echt Zürichs bestaan. Op dit moment is alles nog steeds nieuw en ervaar ik iedere stap als een grote maar in de weken die zullen volgen zal alles ook stukje bij beetje steeds normaler worden. Ik ben benieuwd over hoeveel blogs ik zal spreken over ‘weer een gewone dag in Zürich’, maar voorlopig ligt op iedere hoek van de straat een verassing.

1 opmerking:

  1. He lieve Isa, fijn om te lezen dat Zurich al een beetje een 'thuis' gaat worden. Wat een heerlijke dagen heb je gehad :) Ah op die school lijkt mij echt superleuk; wat fijn ook dat je daar zo warm ontvangen bent!
    Hier is het vandaag prachtig weer :) Net al even in de tuin in de zon gezeten. Vrijdag hebben we met papa de tuin helemaal opgeruimd en hij ziet er weer als nieuw uit; heerlijk :D
    Liefs xXx
    P.S. Jij en Daaf zijn op die foto's echt een prachtig stel :p

    BeantwoordenVerwijderen